Scroll to top

Ik durf, jij durft, wij durven


Gabi - May 16, 2021 - 0 comments

Ik ben gestopt met ‘sorry’ te zeggen voor de taalfouten, met het zeggen dat ik een mexicaanse designer bent tijdens voorstelrondjes, met aan collega’s te vragen of ze mijn e-mails graag willen corrigeren als ik contact met een nieuwe persoon opneem.

Het is niet voor niks dat ik angstig over taalfouten bent. Ik was 8 jaar geleden ontslagen van een (dacht ik) super goede baan in business consultancy in België, vanwege onder andere een gebroken Nederlands. Ik had toen gedurfd, en het ging niet goed. Mijn man durfde ook met mij vanuit Nederland daar naar toe te verhuizen toen. En 5 maanden later was ik zonder baan, zonder zelfvertrouwen, zonder netwerk, zonder vrienden, zonder mijn familie (wel in Mexico) en met een huurcontract voor minimaal een jaar in nog een nieuwe land. Maar wel met een geweldige man naast me, die moeste naar Nederland voor werk elke dag reizen en toch zei die: ‘we kwamen hier op avontuur, toch? Het avontuur begint NU!’ De goede in de slechte blijven zien. Dat kan hij! 

Ik durf voor het eerst in het openbaar te schrijven in een taal dat ik nog niet helemaal beheers, over een probleem dat ik voor mij te groot is geworden omdat ik het van heel dichtbij heb gehoord. ‘Ja, er zullen talloze fouten in dit text zijn, guess what? Nederlanders maken ook taalfouten, en dit is toch mijn derde taal’, zeg ik nu tegen mezelf. Liefst wil ik in het Spaans dit verhaal schrijven, maar dan boeit het niemand, want ik wil iets vertellen over het zorgsysteem in Nederland, waar ook heel veel dingen fout gaan. Dus ik durf.

Ik heb op maandag vijf heel bijzondere gesprekken gehouden met heldinnen, die nu wel durven te praten, en ik luster van dichtbij. Daarom juist misschien voel ik me nu zo verantwoordelijk, ik voel me sowieso altijd verantwoordelijk voor verandering-verbetering brengen in de jeugdzorg, dat is gewoon mijn baan, en de leukste baan die ik ooit heb gehad. Maar vandaag voelt het anders… ik voel me verantwoordelijk, als persoon, niet als designer, zeker niet als mexicaan (daar hebben onze eigen grote problemen). Ik heb ze gevoeld, ik heb ze begrepen. De missie die we ooit met mooie woorden hebben geschreven, heeft voor mij nu vijf nieuwe gezichten daarbij gekregen. Ze zijn niet meer abstract of anoniem. Ik weet ondertussen dat de pijn dat ik voel is niet hun pijn, hun verhalen zijn niet de mijne, het is een ander soort pijn. Het is het beseffen dat hier iets urgent nodig is, dat ik voor het eerst zie dat ik nog niks begrijp, en ik denk niet dat dit opgelost kan worden met nog een leuke app of een product daarbij. Ik voel onmacht, dat doet mij pijn.

Ze zijn al lang gestopt met hopen. Ze zitten nog steeds vast. Ze hebben ook dromen, maar niemand die daar durft over te vragen. Ze kunnen ook veel, maar ze worden gezien als dragers van een ellendige verhaal, een ervaring. Maar ze zijn zo veel meer dan een spannend en bijna ongelooflijk verhaal. Ze zijn ook veel meer dan 5. 

Als designer ben ik opgeleid om zo veel mogelijk in de ‘gebruiker’ te verplaatsen. Dat is wat goede designers doen. Dat is ook wat in principe de hulpverleners zouden moeten doen. Goed kijken wat nodig is. Het probleem vanuit een holistisch perspectief begrijpen. Alleen, we designers zijn niet opgeleid om afstand te nemen van de ‘cliënten/gebruikers’. Ik ben na 4 jaar Garage2020 gevonden dat ik dit nog niet geleerd heb. Ik heb aan collega hulpverleners gevraagd, hoe doe je dat? Afstand nemen? Dat leren ze op school. Net als ik heb geleerd dat een idee is maar een idee, dat ‘ik ben niet mijn idee’, dat als een idee niet goed is dat betekent niet dat IK niet goed ben. In het eerste jaar design school, de leraar met een grote dikke stift, ging dwars door mijn mooie tekening waar ik uren mee bezig was geweest, en daarover alles wat niet klopte geschreven, en je gaat terug naar de tekenbord. Je leert door het vallen, en daarom is vallen OK.

En juist dat nabijheid was heel belangrijk gevonden door alle mensen die in jeugdzorg hebben gezeten. Tegelijkertijd, als je te dichtbij komt als professional is ook niet goed voor je, want je bent toch maar een mens. Dan ga je kapot. Dus het klopt niet. Het is denk ik tijd voor een schuif in de rollen. Er wordt veel gevraagd aan de ministerie en de overheid voor verbetering in de zorg, en dat is ZO nodig. Maar wat ook nodig is, is dat we met ons allemaal verantwoordelijk nemen voor onze mensen. Daar heeft Nederland nog veel te winnen. Het is niet ideaal, nee. Comfortabel? zeker niet. Het past niet perfect in je agenda, nee. In landen zoals de mijne, waar geen luxe zorg geregeld is, gaat heel veel mis, don’t take me wrong, heel veel gaat heeeel mis, maar daar steunen we elkaar veel meer, want als WE dat niet doen, dan wie?

Als we willen dat meer mensen van buiten de zorg hier aan gaan werken, en dat is nodig, moeten we iets voor verzinnen. Ik weet nog niet wat. Ik vrees dat dit soort sociale vraagstukken trekken juist de gevoelige mensen aan. En als die zomaar te dichtbij het vuur komen dan kunnen ze verbranden. Ik hoorde van collega’s in de zorg dat ‘supervisie en intervisie’ is wat hulpverleners doen. Dat ga ik ook ervaren, ik ben benieuwd. 

Dit verantwoordelijkheid wil ik niet alleen voelen. Dus durven jullie ook samen met mij de uitdaging aan te gaan? Gaan we impactvolle en no-nonsense oplossingen bedenken en waarmaken? Ik heb er zin in!